Nieuwe technieken die behandeld worden zijn o.m. de Flatterzunge, flageoletten, het gebruik van de besklep, dubbele tongslag, antimetrische figuren en versieringen. De fluitist komt in aanraking met onbekende springende objecten, een val in het ravijn en maakt een tocht naar het hart van Afrika. Akkoordsymbolen staan er ook bij. Voor 6de jaars leerlingen.